De commissie kreeg een duidelijke wettelijke grondslag met het artikel 19 van het decreet van 7 mei 2004 inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen.

Sinds 1 januari 2009 is het nieuwe SERV-decreet van kracht ingevolge het besluit van 23 januari 2009. Dit decreet bevat onder meer de regelgeving inzake de commissie Diversiteit.  De werking van de commissie Diversiteit staat in Onderafdeling 4 commissie Diversiteit, ART. 19. en bijhorend uitvoeringsbesluit van 4 juni 2010 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 19 van het decreet van 7 mei 2004 inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen.

7 mei 2004 - Decreet inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen

Onderafdeling 4 commissie Diversiteit

ART. 19.
§ 1. Bij de Raad fungeert een commissie, genaamd "commissie Diversiteit", die ijvert voor de evenredige vertegenwoordiging in het sociaal-economische leven van die groepen van de bevolking die thans niet op een evenredige wijze vertegenwoordigd zijn in het sociaal-economische leven.

De Vlaamse regering bepaalt, na advies van de Raad, de nadere omschrijving van de in het eerste lid bedoelde groepen.

§ 2. De commissie Diversiteit is samengesteld uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de volgende drie groepen:

1° de representatieve organisaties van de werkgevers, de middenstand en de landbouw;
2° de representatieve organisaties van de werknemers;

3° de representatieve organisaties van de groepen, vermeld in §1, tweede lid.

Voor elk van de leden van de commissie Diversiteit wordt door de organisatie die hen heeft voorgedragen, tevens een plaatsvervanger voorgedragen.

De leden en plaatsvervangende leden van de representatieve organisaties van de werkgevers, de middenstand en de landbouw, en van de representatieve organisaties van de werknemers worden aangewezen door de Raad. De Vlaamse Regering wijst de representatieve organisaties aan van de groepen, vermeld in §1, tweede lid.

De commissie Diversiteit verkiest onder zijn leden een voorzitter en een ondervoorzitter.

Voorzitter en ondervoorzitter kunnen nooit tot dezelfde groep van leden die de werkgevers-, middenstands- en landbouworganisaties, respectievelijk de werknemersorganisaties vertegenwoordigen, behoren.

Het mandaat van de leden duurt vier jaar. Het kan worden hernieuwd. De leden blijven in functie tot hun opvolgers zijn aangesteld. Het lid dat voortijdig ophoudt zijn mandaat uit te oefenen wordt vervangen door zijn plaatsvervanger totdat in de definitieve vervanging van het effectieve lid is voorzien.

§ 3. De commissie Diversiteit betrekt de in § 1 bedoelde groepen bij de werking overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld in het reglement van orde.

§ 4. De commissie Diversiteit stelt een reglement van orde op. Dat reglement van orde is onderworpen aan de goedkeuring van de Vlaamse Regering.

§ 5. Onverminderd artikel 13 kan de Raad de commissie Diversiteit verzoeken om informatie in te zamelen, studies te verrichten en aanbevelingen te formuleren inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 39 en/of de artikelen 127, 128 en 129 van de Grondwet, die een sociaal-economische dimensie hebben en die inzonderheid het thema van de diversiteit of de evenredige participatie van minderheidsgroepen of minder bedeelde groepen betreffen.

De commissie Diversiteit kan op eigen initiatief studies en aanbevelingen uitbrengen. De wijze waarop de commissie tot haar studies en aanbevelingen komt, wordt bepaald in het reglement van orde.

4 juni 2010 - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 19 van het decreet van 7 mei 2004 inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen

De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, artikel 19, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2008;
Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 24 april 2009;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 juni 2009;
Gelet op advies 46.901/1 van de Raad van State, gegeven op 16 juni 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse Regering;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. Onder de groepen van de bevolking die thans niet op een evenredige wijze vertegenwoordigd zijn in het sociaal-economisch leven, vermeld in artikel 19, § 1, eerste lid, van het decreet van 7 mei 2004 inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, wordt verstaan de kansengroepen, vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, 1° en 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2004 tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt wat betreft de beroepskeuzevoorlichting, beroepsopleiding, loopbaanbegeleiding en arbeidsbemiddeling.
Art. 2. De volgende organisaties worden aangewezen als representatieve organisaties van de kansengroepen, vermeld in artikel 1 :
1° de VZW Forum van Etnisch-Culturele Minderheden, met zetel in Vooruitgangstraat 323/4, 1030 Brussel;
2° het Gebruikersoverleg Handicap en Arbeid, p/a VZW GRIP, Koningsstraat 136, 1000 Brussel.
Art. 3. De minister-president van de Vlaamse Regering, bevoegd voor het algemeen regeringsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 juni 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS