Advies Iedereen terug aan boord

advies op eigen initiatief
Krachtig relancebeleid voor een vitale en inclusieve arbeidsmarkt

Eind februari 2020 sloten de Vlaamse Regering en de sociale partners de engagementsverklaring Iedereen aan boord om 120 000 extra Vlamingen tegen 2024 aan de slag te helpen. De coronacrisis heeft de Vlaamse arbeidsmarkt intussen grondig dooreengeschud, met een grote groep tijdelijk werklozen en een stijgend aantal niet-werkende werkzoekenden tot gevolg. Om structurele werkloosheid te voorkomen en iedereen veilig en duurzaam terug aan de slag te krijgen en te houden, is er nood aan een krachtig relancebeleid. Dit relancebeleid moet tegelijk inspelen op de acute noden én op de structurele arbeidsmarktproblemen. Dit relancebeleid moet volgens de SERV al vast rond volgende pijlers worden opgebouwd:

  1. Levenslang leren effectief realiseren;
  2. VDAB moet klaarstaan;
  3. Stimuleren van arbeidsmobiliteit binnen een onderneming en tussen ondernememingen;
  4. Aan het werk met aandacht voor veiligheid, gezondheid en werkbaarheid.

Levenslang leren effectief realiseren

De coronacrisis stelt het belang van levenslang leren op scherp. Het is cruciaal om op dit vlak concrete stappen vooruit te zetten en zowel werkenden als tijdelijk werklozen en werkzoekenden in hun loopbaan te versterken. De SERV benadrukt het belang en de rol van het initieel onderwijs in een inclusieve en toekomstgerichte relance; een verzekerd en kwalitatief initieel leer- en onderwijsaanbod noodzakelijk. Ook moet de vraagzijde naar opleiding op korte termijn (tijdelijk) worden versterkt. Dit kan o.a. door de opleidingsincentives op een aantal punten aan te passen. Ook moet er werk worden gemaakt van e-inclusie en van een lange termijnvisie op werken en leren.

VDAB moet klaarstaan

De VDAB moet klaarstaan qua capaciteit, inhoud en skills om een grotere en wellicht meer diverse, groep van werkzoekenden te begeleiden en te activeren. Het VDAB-managementplan moet hierop voldoende afgestemd zijn. VDAB moet qua capaciteit, in het bijzonder qua ICT-capaciteit en digitale service, klaar staan om de schok op te vangen. Ook moet VDAB samen met zijn partners sterk inzetten op de om-, her- en bijscholing van werkzoekenden. Werkgevers moeten worden aangemoedigd om voldoende leerwerkplekken aan te bieden en er moet worden gezocht naar nieuwe formules voor werkplekleren. VDAB zal het activerend herstructureringsbeleid verder vorm moeten geven. VDAB moet ook blijvend werk maken van een inclusieve arbeidsmarkt en van een verbreding van het activeringsbeleid.  

Arbeidsmobiliteit stimuleren

Arbeidsmobiliteit kan een belangrijk puzzelstuk zijn om werknemers met de juiste skills op de juiste werkplek te krijgen en aan boord te houden. De mogelijkheden zijn echter weinig gekend. VDAB heeft hier als arbeidsmarktregisseur een centrale rol te spelen. De sectorconvenants kunnen een opportuniteit zijn om met mobiliteit aan de slag te gaan. De sociale partners gaan binnen de SERV met dit thema verder aan de slag.

Veilig, gezond en werkbaar werken

Het is cruciaal dat iedereen veilig aan de slag kan gaan én veilig en gezond aan het werk kan blijven. Arbeidsorganisatorische vraagstukken moeten worden aangepakt. Het psychisch welbevinden van de werknemers en werkgevers behoeft extra aandacht. De combinatie werk-privé moet voor iedereen beheersbaar blijven. Het instrument werkbaarheidscheques kan op dit vlak een bijdrage leveren. Daarnaast moet er dringend werk worden gemaakt van een behoeftedekkend, betaalbaar, voldoende flexibel en kwaliteitsvol aanbod aan kinder- en buitenschoolse opvang met aandacht voor de werkbaarheid, gezondheid en veiligheid van de begeleiders.